Een onderzoek naar de aard en herkomst van het slib in de Westerschelde en enige aanverwante gebieden

Beschrijving van granulair, mineralogisch en röntgenologisch onderzoek. De resultaten wijzen uit dat het grove zand waarschijnlijk, en het fijne zand zeker uit zee wordt aangevoerd ; het slib (kleiner dan 2 mu) wordt grotendeels uit zee aangevoerd ; een klein deel van het slib uit de Belgische Schelde ; vermoedelijk een klein deel van het zand boven 10 mu is afkomstig van omgewerkt tertiair materiaal van het Oosterschelde-estuarium.

Datum rapport
1 januari 1948
Auteur
door R.D. Crommelin
Uitgever
[s.n.].
Annotatie
26 p.
36 cm
53 bijl. Onderzoek verricht in opdracht van Rijkswaterstaat, Directie Benedenrivieren
 (RWS, BER)
Documentnummer
17459